De Wieringer Sanghers op de Wieringer Brulleft

Hippolytushoef, zaterdagavond 02 november 2013. Er waren maar liefst honderd vijftig gasten op het vijfentwintig jarig huwelijksfeest van Henk en Elske. Ze kwamen van heel het eiland Wieringen, maar ook van de vaste wal en omdat de postboot niet meer voer, moesten ze maar zien ergens in een hooiberg te overnachten. Ze hadden het er graag voor over, want zo’n authentieke Wieringer Brulleft wil geen mens missen.

Wieringer brulleft

De Wieringer Dangsers organiseerden, met hulp van de Wieringer Sanghers en de ‘nOeverse Dansgroep, een bruiloftsfeest zoals deze in de  twintiger jaren van de vorige eeuw gevierd werd. Met alles er op en er aan. Natuurlijk, dat kan niet anders, dan met wat hedendaagse aanpassingen. De sigaren en sigaretten waren of lege hulzen of van chocolade en de asbakken waren afwezig. Het geluid werd versterkt, maar er werd wel rondgegaan met brandewijn en boerenjongens, praatte de ceremoniemeester op zijn Wierings de boel aan elkaar en waren de voordrachten, de liederen en dansen voor het merendeel uit de oude doos. De sfeer die ontstond maakte het geheel zo levensecht dat sommige bruiloftsgasten meenden dan Henk en Elske echt hun zilveren bruiloft vierden.

De gasten kwamen binnen door de ereboog met papieren roosjes, het “Hulde aan het Bruidspaar” en liepen prompt tegen het bruidspaar die in hun rol opgetogen alle felicitaties in ontvangst namen. “Wat leuk dat je ook gekomen bent” , zo werd tegen de wethouder, tegen de voorzitter van het Folkloristisch gewest,

tegen de afgevaardigden van andere folkloristische dansgroepen uit de buurt en van ver weg, gezegd. Er werd voor het bruidspaar gezongen gedanst en ze werden natuurlijk toegesproken al dan niet in het dialect.

Het feest barstte echt los toen het bruidspaar de dans opende met “De Valeta”. De ceremoniemeester blies op een scheidsrechtersfluitje de varié en na verloop van tijd waren veel stoelen leeg en de dansvloer overvol. Iedereen danste door elkaar en zo ontstond er een antiek plaatje van een in klederdracht dansende menigte.

Dat werd vervolgd met “Wie in januari geboren is sta op” tot en met “de mensen die achter een de boom gevonden zijn” ! Wat is het mooi om te zien hoe ieder plezier krijgt met dit soort folkloristische eenvoud. Dat zelfde gebeurde met “Drie maal drie is negen en ieder zingt zijn eigen lied”. Bekende en minder bekende liederen passeerden en er was geen mens die niet meezong.

Natuurlijk werd er ook “geskost”. De dansmeester stond op een stoel en riep de aanwijzingen. Het feit dat geoefende dansers samen skosten met bruiloftsgasten die dat voor het eerst deden maakte het vermaak hilarisch en dat was precies de bedoeling. Er werd minuten lang geskost op de oude deuntjes zoals “De Wieringer Skos” met “Ik heb vannacht gepierewierewiet” en van “die dikke boerenmeid die een daalder kost” . Massaal werd ook “De Kikvors” gedanst met het bruidspaar vooraan. De dans werd net zolang volgehouden met de alsmaar herhalende melodie totdat het bruidspaar weer terug was op hun oorspronkelijke plaats. Weer was iedereen deelgenoot in een antiek geheel.

Het moet middernacht geweest zijn toen de “Brugom” opstond om alle bruiloftsgasten te bedanken voor hun vrolijke aanwezigheid. Voldaan vertrokken alle gasten, op zoek naar hun bed of naar een hooiberg.